Honderd armen

Op de Schans is er een uitspraak 'Je doet het zelf, maar je doet het niet alleen.'
Wat dat precies betekent, heb ik in een uiting aan gegeven. Het is een verhaal geworden over onderuitgaan en overeind krabbelen. En hoe het is om de steun en de bedding van andere mensen te mogen ervaren. 
Kortom, een Schansverhaal. 

Honderd armen

Of het ooit anders wordt, vraag je je soms af.

Anders, in de zin van gewoon. Dat je in staat zou zijn tot een klein leven. Met doodgewone dingen en doodgewone mensen, én dat dat genoeg zou zijn. Zodat het gat in jou zou opgevuld geraken met het leven van alledag.
 

Anders, in de zin van dat het leven minder pijnlijk zou zijn. Dat mensen geen dingen zouden doen of woorden zouden zeggen die jou zo zouden treffen. Dat je dan geen daden zou verzinnen die het drama herhalen, zodat je dan niet meer zou kunnen zeggen ‘Zie je wel?’

Anders, in de zin van dat je je zou kunnen hechten aan iemand en dat je daarbij niet heen en weer zou blijven stuiteren als een superbal in een woonkamer. Dat de geesten van vroeger een buiging zouden maken en oplossen in de zonneschijn. Zodat je rozig de toekomst in zou kunnen dansen.
Anders, dus.

Maar het lijkt wel alsof je geprogrammeerd bent tot herbeleven. De strijd die je daartegen levert, is ronduit episch. Je wil zo graag de beste versie worden van jezelf dat je vergeet de mindere te omarmen. Dat spanningsveld is jouw draagvlak. En dan ga je onderuit.

Rock bottom.
Gevloerd en versuft vraag je je af hoe het weer zo ver heeft kunnen komen.
Maar je leeft en je leert.
De tijd tegen de grond wordt korter, heb je mogen ervaren.
Je ademt uit en ontspant je schouders. Je krabbelt overeind. Dat vermogen heet veerkracht.

Al heb je nu wel even tijd nodig. Om je wonden te likken, je pillen te pakken. Morgen weer een nieuwe dag. In tussentijd kruip je onder een warme deken in de zetel. Je rookt een sigaret, drinkt een kop koffie. Je staart uit het raam naar buiten. Maar er zijn dingen te doen, mensen te ontmoeten en bovenal, avonturen te beleven. Dus doof je je sigaret, giet je het koude restje koffie in de wasbak.
Je trekt je jas aan en zet je muts op. Je springt op de fiets en rijdt naar de supermarkt. Het zijn kleine dingen, maar vandaag doe je dit en morgen verzet je bergen. Zo doe jij dat.

Lieve schat, ik weet één ding.
In dit leven zijn er vele mooie mensen. Ook zij zijn gekreukt en geblutst, maar hun licht schijnt van binnenuit. Je bent dus niet alleen.
Kijk eens om je heen, je valt in honderd armen.